Print deze pagina

Oratie Nol Groot

Oratie Nol Groot, Utrecht 28 april 2010.

Op 28 april 2010 hield Nol Groot zijn inaugurele rede met als titel ‘Tot Rotterdam zijn jullie een stel’.

Emergo-VFC was met een kleine groep aanwezig in een overvolle zaal in het NS-hoofdgebouw te Utrecht.

De oratie heeft betrekking op de ontwikkeling van de door de Nederlandse Spoorwegen ingestelde leerstoel ‘Managementwetenschappen, in het bijzonder management in complexiteit’ als onderdeel van de faculteit Managementwetenschappen van de Open Universiteit.

Groot zet vraagtekens bij de gangbare benadering van toenemende beheersing als oplossing voor ingewikkelde managementvraagstukken. Dit impliceert dat organisaties minder beheersbaar zijn dan gedacht. De ingestelde leerstoel heeft als doel om te onderzoeken of een complexiteitsbenadering van het vak manager betere resultaten mogelijk maakt. Managers worden tenslotte geacht te managen. De complexiteitsbenadering gaat over het ontwikkelen van inzichten uit het complex responsive process’-denken. Groot zal binnen de leerstoel hierover onderzoek gaan ontwikkelen, vooral om theorie en praktijk met elkaar te verbinden.

De oratie is opgebouwd uit drie onderdelen:

  • Wat houdt een complexiteitsperspectief in en wat de invloed is van dit perspectief op het managementdenken
  • Wat de heroverwegingen voor managers zijn, wanneer blijkt dat een meer traditionele benadering onvoldoende effect heeft. Groot legt aan de hand van een complexe responsieve procestheorie uit dat de ontwikkeling van bewustwordingsprocessen in de dagelijkse praktijk van medewerkers een doorslaggevende rol speelt in verbeterprocessen
  • Uitleg over het doel van de leerstoel, daarbij ligt de focus van de uitleg bij a) hoe dergelijke PhD-onderzoekstrajecten er idealiter uitzien en b) hoe het onderzoek er zelf uitziet.

 

Het voert te ver om op deze plaats de oratie verder uit te werken, daarvoor verwijs ik u naar de publicatie aan het eind van dit verslag. Wat ik u niet wil onthouden is de verklaring die Groot geeft van zijn titel van zijn oratie: ‘Tot Rotterdam zijn jullie een stel’.

Bij de NS is op enig moment de regel ingevoerd dat alle reizigers zonder of met een verkeerd kaartje een boete krijgen, ongeacht de oorzaak. Of de boete terecht is kan de reiziger later aanvechten bij klantenservice. De conducteur heeft daar geen invloed op (behoudens een mogelijke aantekening op het proces verbaal). Als dit boeteregime als cultwaarde wordt gezien dan is de uitvoeringskeuze gelijk aan de cultwaarde als de conducteur de boete uitschrijft als een overtreding wordt geconstateerd. Conducteurs beginnen echter de cultwaarde van altijd proces verbaal zodanig te functionaliseren dat ze de maatregel naar hun eigen inzicht kunnen verdedigen (Groot, 2010, pag. 25). Groot licht dit toe met o.a. het volgende voorbeeld. In de intercity van Utrecht naar Rotterdam heeft een jonge vrouw een kaartje met korting tot Rotterdam, maar het blijkt dat ze haar kortingspas in een andere tas heeft laten zitten. De conducteur maakt snel een inschatting en concludeert dat het verhaal klopt. Hij heeft een aantal stoelen terug een jongeman gecontroleerd, op weg naar Rotterdam, met een kortingspas. Een houder van een kortingspas mag naast zijn eigen kaartje nog drie reizigers met korting meenemen. De conducteur loopt terug naar de jongeman en vraagt of hij bezwaar heeft of de jonge vrouw bij hem komt te zitten. Na goedkeuring haalt de conducteur de vrouw op en wijst haar op de nieuwe plaats en zegt: ‘Zo, tot Rotterdam zijn jullie een stel’.

Een zestal leden van Emergo-VFC besluiten na de oratie nog te gaan eten in het altijd gezellige centrum van Utrecht. Op bovenstaande foto v.l.n.r. Max van Luik, Paula van der Knaap, Frank Stiksma, Hans Toonen, Ad Vriens en Koen Michels.

 

Foto boven: de nieuwe poloshirts van Emergo-VFC

Ad Vriens.

Voor dit verslag is gebruik gemaakt van het boek ‘Tot Rotterdam zijn jullie een stel’ Gedrag en identiteit als pijlers onder verbeterprocessen in organisaties. (Nol Groot, 2010, ISBN 9789035820111)